In feite is voor bijna iedere hond een regelmatig bezoek aan de trimsalon aan te raden. Ook kruisingen en kortharige honden kunnen verschrikkelijk verharen! Afhankelijk van de vacht van de hond, houdt trimmen in: scheren, knippen, uitdunnen, plukken, strippen, wassen, kammen en/of borstelen.

Bouviers, Schnauzers, de meeste terrierrassen en alle overige ruwharige honden worden geplukt. Dat wil zeggen dat de bovenste dode haarlaag met de hand of met een trimmes verwijderd wordt, zodat de nieuwe vacht alle ruimte krijgt om zich optimaal te ontwikkelen. Wanneer u dit zou nalaten loopt u het risico dat uw hond jeukklachten krijgt, zich gaat stukbijten en bij de dierenarts terecht komt. Spaniels, Setters, Retrievers etc. worden waar mogelijk uitgeplukt en verder met een speciaal getande schaar uitgedund en gemodelleerd. Poedels en honden met hetzelfde vachttype worden geschoren en/of geknipt in elke gewenst model. In de winter kunt u uw hond ook laten trimmen, eventueel kan de vacht wat langer blijven. Bedenk echter dat honden meer last van vocht dan van kou hebben en …lang haar blijft lang nat. Denk niet dat trimmen onnatuurlijk is, maar bedenk dat er geen honden in de natuur voorkomen.

Hoe vaak moet uw hond naar de trimsalon

Hoe vaak een hond moet worden getrimd is heel verschillend en afhankelijk van de vacht. Maar om u toch een idee te geven:

Poedelvachten 4-8 maal per jaar

Ruwharige vachten 2-4 maal per jaar

Spanielvachten 4-6 maal per jaar

Als u bedenkt hoeveel uren er aan uw hond gewerkt wordt, zal de prijs van het trimmen niet tegenvallen! Om tenslotte nog een sprookje de wereld uit te helpen: uw hond wordt bij een vakkundige trimmer niet verdoofd! Uw hond kan wel moe zijn na een trimbeurt. Wij hopen uw hond spoedig in onze trimsalon te mogen begroeten!

Wat gebeurt er met uw hond in de trimsalon?

Wanneer u uw hond naar een trimsalon brengt, moet u hem enkele uren afstaan. Dit is voor u noch voor uw hond leuk. Maar u kunt het ook onnodig moeilijk maken! Hoe langer u uw hond blijft knuffelen, hoe onzekerder hij wordt. Het moet toch gebeuren en hij is in goede handen. Het beste is dat u eventuele wensen van tevoren telefonisch kenbaar heeft gemaakt, zodat u het afscheid kort kunt houden. Wij nemen uw hond dan mee naar de trimsalon en daar wordt hij op een trimtafel gezet. Dit zal de eerste keer even vreemd zijn, maar dat went snel. Het is opvallend hoe rustig de meeste honden zich laten behandelen en genieten van alle aandacht die ze krijgen. De vacht van de hond wordt nu helemaal doorgekamd en eventuele klitten worden verwijderd (wanneer u uw hond regelmatig goed heeft gekamd kunt u hem het ontklitten besparen). Daarna wordt uw hond, passend bij het vachttype, getrimd.

Indien uw hond gewassen wordt, zal hij nu het bad in gaan, waarna hij met een föhn weer gedroogd wordt. Wanneer de vacht geheel droog is, kan de hond verder worden afgewerkt en in model worden gebracht. Inmiddels zijn we enkele uren verder en kunt u hem komen halen. Na het trimmen kan het zijn dat uw hond zich een beetje “vreemd” gedraagt, zoals springen, met de kop schudden en zijn lichaam besnuffelen. Dit is te vergelijken met iemand die zijn haar pas heel kort heeft laten knippen. Uw hond moet ook wennen aan zijn nieuwe uiterlijk en aan het “gevoel”. En…u vergeet natuurlijk niet uw hond te vertellen hoe mooi hij geworden is! Want uw hond is altijd de mooiste!

Natuurlijk is het dagelijks onderhoud van de vacht een taak van de “baas”. U kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen! Zo leert uw hond de kam en/of borstel net zo makkelijk te accepteren als zijn etensbak. Komt u rustig langs voor advies welke borstel en/of kam de juiste is. Wij kunnen u dan meteen laten zien wat de makkelijkste en beste manier van borstelen is. Veel eerder dan u denkt is uw hond aan zijn eerste trimbeurt toe. Vanaf de tijd dat uw hond volledig ingeënt is, kunnen wij al een puppytrim geven. Wacht niet te lang met het maken van een afspraak, want meestal is er een wachttijd van enige weken, en…vergeet uw afspraak niet, uw trimsalon heeft tijd voor u gereserveerd.

Ongedierte

Een veel voorkomend probleem bij huisdieren is de aanwezigheid van vlooien. De aanwezigheid van deze kleine bruine, zijdelings afgeplatte, diertjes leidt vaak tot heftige jeuk en krabben bij uw huisdier. Het is niet altijd even makkelijk om een vlooienbesmetting vast te stellen. Vooral bij dichtbehaarde of langharige dieren zijn deze kleine watervlugge insecten moeilijk te vinden. Bovendien leven vlooien niet op dieren, ze eten er alleen maar. Nadat ze hun buik vol hebben verdwijnen ze snel naar de omgeving van uw huisdier, in de meeste gevallen uw huis. Uit onderzoek is gebleken dat 99% van de vlooien in de omgeving zitten en slechts 1 % op uw huisdier. De vlo die u bij uw dier ziet is dus het topje van de ijsberg!! U kunt daarom beter uit kijken naar de aanwezigheid van vlooienpoepjes: kleine zwart-bruine korreltjes die zich tussen de haren bevinden.

Er komen twee soorten vlooien voor nl. de hondenvlo en de kattenvlo. Hiervan komt de kattenvlo veruit het meeste voor, ook bij honden. Om zich te kunnen voortplanten heeft de vlo een bloedmaaltijd nodig. Hierna legt de vlo enige tientallen tot honderden eitjes, die in de directe omgeving van uw huisdier (uw huiskamer) op de grond vallen. Na 6-8 weken, bij warm weer veel sneller, hebben zich uit de vlooieneitjes weer nieuwe vlooien ontwikkeld. Deze zoeken weer een nieuwe gastheer op. Vooral na vakanties kan dit op grote schaal gebeuren (vlooienplaag!). Aangezien de eieren ook in huis liggen kunnen onze dieren ook midden in de winter vlooien krijgen.

Om aan bloed te komen bijt de vlo een klein bloedvat aan en zuigt het hieruit stromende bloed op. Om te voorkomen dat dit bloed gelijk stolt spuit de vlo een klein beetje speeksel in de huid. Dit speeksel bevat een eiwit dat de bloedstolling remt. Sommige dieren vertonen echter een allergie voor vlooienspeeksel. Eén vlooienbeet kan dan al veroorzaken dat het dier zich gedurende 5-7 dagen geen raad weet van de jeuk. Honden bijten dan het achterste gedeelte van hun rug open, vaak tot bloedens toe. Later vertoont dit deel van de rug kale plekken. Bij de kat zijn vaak over de hele rug tientallen kleine bultjes en korstjes te voelen. Het achterste gedeelte van de rug kan kale plekken vertonen. Het voortdurend likken en bijten van de vacht leidt soms tot de vorming van haarballen in de maag en tot braken met de kans op vermagering. Deze vorm van allergiesymptomen (overgevoeligheid) kan zowel bij de hond als bij de kat snel en effectief worden bestreden. Daarbij moeten de vlooien afdoende, grondig en langdurig, worden bestreden.

Voor de bestrijding van de lintwormen is dan ook naast het ontwormen, het van het grootste belang dat de VLOOIEN bestreden worden. Deze zorgen steeds weer voor een nieuwe besmetting. U merkt dit doordat de lintwormen na 3-5 weken weer terug lijken te komen.

Voor de bestrijding van vlooien staan ons vele middelen ter beschikking. Hiervan zijn er maar enkele afdoende. Bij langharige honden zijn druppels of tabletten met een insecticide geschikt als effectief bestrijdingsmiddel. Uitsluitend bij kortharige honden kunnen ook vlooienbanden worden gebruikt . Nieuw zijn de spray’s op pyrethrine basis (oa. Defendog), deze worden op de vacht van de hond gespoten en bieden 2 maanden bescherming. Ze zijn effectief, milieuvriendelijker, veilig voor warmbloedige dieren en niet duur in gebruik. Als laatste kan men tabletten gebruiken met een groeiremmer erin (Program), deze stof heeft geen effect op de volwassen vlo, maar verhindert het uitkomen van de eieren. Hierdoor sterven de vlooien binnen enkele maanden uit. Bij grote hoeveelheden vlooien is het verstandig om dit middel de eerste maanden te combineren met een middel tegen de volwassen vlo. Ook Program is effectief, veilig en milieuverantwoord. Program is zowel voor de hond als voor de kat verkrijgbaar. Daarnaast zijn bij katten zowel de vlooiendruppels als de tabletten een geschikt middel. Kortharige katten kunnen met een vlooienband (met elastiekje!) goed behandeld worden. Jonge dieren, tot 3 maanden, kunnen 1 keer per week worden ingepoederd met vlooienpoeder. Biobandjes, homeopatische vlooiendruppels en halsbandzendertjes hebben helaas geen aantoonbaar effect op de vlooien. Shampoo’s, sprays en poeders zijn alleen geschikt als aanvullend middel bij de bestrijding van vlooien, omdat ze slechts kort werken en dus niet 100% afdoende zijn. Voor een effectieve bestrijding dient U ook de ligplaatsen van uw huisdier alsmede de directe omgeving te behandelen als ook goed te stofzuigen. Hiervoor zijn tegenwoordig goede middelen beschikbaar. Nieuw en zeer effectief zijn spuitbussen met zogeheten groeiremmers, deze pakken niet alleen de vlooien en hun larven aan, maar gaan ook het uitkomen van de eieren tegen. Een extra voordeel is dat niet zo vaak gespoten hoeft te worden, één keer per 3 maanden is voldoende.

Zowel bij de hond als ook bij de kat wordt de meest voorkomende lintworm overgebracht door vlooien. De met lintwormlarven besmette vlooien worden bij het verzorgen van de vacht door uw huisdier gevangen en opgegeten. In de darm komen deze lintwormlarfjes bij vertering van de vlo vrij en groeien dan uit tot volwassen lintwormen. Van deze lintwormen treffen we de losgelaten segmenten, als rijstekorrel grote witte stukjes, aan op de ontlasting. De lintwormen zijn goed te bestrijden met lintwormtabletten. Om te voorkomen dat de lintwormen telkens terugkeren, dienen echter ook de vlooien te worden aangepakt. Lintwormbestrijding zonder een afdoende vlooienbestrijding is dan ook niet goed mogelijk.

Heeft uw dier last van vlooien, pak het grondig aan. Behandel het dier en zijn omgeving. Gebruik middelen die effectief en veilig zijn (o.a. voor kinderen). Komt u er niet meer uit, neem dan contact op. Misschien kunnen we samen een oplossing vinden.